50 jaar Avondje NAC | NAC-supporter Theo Peeters: 'Blijf de trots van onze club uitstralen'
In dit artikel:
Theo Peeters (73) verhuisde in september 1977 vanuit Zeeuws-Vlaanderen naar Breda voor zijn werk bij de bibliotheek en werd op uitnodiging van zijn schoonvader voor het eerst naar een Avondje NAC meegenomen. Die eerste wedstrijd in oktober 1977 maakte diepe indruk: de sfeer, de gezangen en de spionkop overtuigden hem meteen. Uit dat bezoek kwam een gebreide NAC-sjaal die hij “nog steeds draagt” en die sindsdien symbool staat voor bijna vijf decennia trouwe support.
Sinds dat debuut is Theo elk seizoen trouw op de tribunes te vinden. Hij zit sinds 2007 op vak B6, kent daar de mensen om zich heen en ervaart het stadionbezoek als een ritueel: de spanning begint al in de middag, de fietstocht langs optochten van fans hoort erbij en bij verlies heerst er op de terugweg vaak een verpletterende stilte. Voor hem is het Avondje NAC vooral een familiegevoel, waarin doorzingen van het eerste tot de laatste fluitsignaal nooit ophoudt en waarin altijd hoop leeft dat het tij nog kan keren.
Uit een enorme reeks herinneringen noemt hij enkele bijzonder sprekende momenten: de 6-2-zege op Excelsior in de play-offs (mei 2024) als catharsis, het 3-3 gelijkspel tegen Feyenoord in februari 2006 waarin NAC in blessuretijd nog terugkwam, en vooral het roemrijke seizoen 2007-2008, toen de club derde werd en Theo alle uitwedstrijden bezocht. Die uitvakervaringen droegen volgens hem bij aan veel supporterstradities en liederen. Ook blijft het oude stadion aan de Beatrixstraat hem bij: paviljoen De Cordial, het frietkraam en zelfs de groene KPN-zendmast als herkenningspunten. Een gestaakte wedstrijd tegen Feyenoord — in oktober 1979 stopgezet nadat een grensrechter een asbak tegen het hoofd kreeg en later uitgerold in april 1980 — staat hem ook scherp voor de geest vanwege de bijzondere nasleep en het saamhorigheidsgevoel rondom die gebeurtenis.
Theo typeert de NAC-supporter met drie kernwaarden: hoop, trouw en volharding — geen successupporter, maar iemand die blijft komen, ook in moeilijke tijden. Voor de toekomst hoopt hij op stabiliteit in de Eredivisie (een vaste middenmootplaats), op het binden van jonge supporters zodat de clubcultuur doorgegeven wordt, op betaalbaarheid voor alle fans en op jaarlijks spelers die doorbreken uit de eigen jeugdopleiding.
Samenvattend zegt hij zelf: “NAC staat symbool voor liefde, hoop en vertrouwen: nooit opgeven, altijd doorzetten.” Zijn oproep aan medefans is concreet: ondersteun ook de NAC Vrouwen en blijf trots op de club uitstralen.